
Poëzie.
Liefste dagboek.
Het is naar de kloten.
De speeltijd is voorbij.
Die eerste corona golf kwam mee met volwassenen uit vliegtuigen en uit de après-ski stubes. Covid-19bis woekerde de afgelopen zomer onder de jeugd en bij de kinderlijke volwassenen die feest moesten vieren, die absofuckinlutely moesten knussen met hun vrienden. Hun gedachten tasten nu de volledige maatschappij aan: weg met de virushaters,… laat die oudjes creveren. Schande voor mehr Lebensraum. Vandaag mag dat niet benoemd worden. De alternatieve realiteit heerst. Het klinkt alsof ik een schuldige zoek terwijl het een observatie is.
De eerste golf liet de helft van de doden achter in het rusthuisbed. We lieten ze stikken. De tweede golf is al een poos bezig met ziekenhuizen te overspoelen. Het zal dit keer geen geklots zijn,… snel volgt de tsunami. En we hebben allemaal boter op ons hoofd. Ik ook, dus wie werpe de eerste steen? Mag dat gezegd worden?
Faling. Democratie en humanisme mogen geen excuus zijn om kordate beslissingen te nemen. Broekschijters. Zou ik dat überhaupt durven denken?
De hulpverleners staan voorlopig nog in de loopgraven terwijl het volk steeds meer de kant van de veroveraar kiest. Niemand is zonder grenzen. Capitulatie is menselijk. Het is maar dat u het weet.
Ik heb gezegd.